Datum volgende patiëntendag bekend: 15 september 2023
18 december 2022CALCIFADE studie toegevoegd aan int. register
6 maart 2023Op 19 december 2022 promoveerde Esther de Brouwer aan de Universiteit Utrecht tot doctor in de geneeskunde. De titel van haar proefschrift was;” Intracranial artery calcifications”. Zoals al uit deze titel blijkt gaat dit onderzoek niet alleen over de ziekte van Fahr maar kijkt het breder naar verkalkingen van bloedvaten in de hersenen. Die verkalkingen komen voor in bepaalde hersengebieden die gekoppeld zijn aan het denkvermogen en motorische functies. Zo kunnen kleine bloedvaatjes verkalken in de hippocampus, een orgaantje dat een belangrijke rol speelt bij het geheugen en in de basale kernen die een belangrijke rol spelen bij de motoriek maar ook kunnen grotere aanvoerende vaten verkalken waardoor de functie van deze vaten verandert wat tot vaatproblemen verderop kan leiden. Op de CT scan zijn deze verkalkingen te zien.
CT-pathologie correlatie
Belangrijk is het om precies te weten wat we op de CT scan zien. Alle kalk oogt wit op de scan , ongeacht waardoor deze veroorzaakt wordt of waar die ook precies gelokaliseerd is. Daartoe moeten we de CT plaatjes vergelijken met plaatjes die de patholoog maakt van het weefsel bijvoorbeeld bij een lijkschouwing. Dan pas zijn we zeker wat we zien. En dat heeft Esther gedaan voor de slagaders van de hippocampus en de basale kernen. Voor de carotis syfon was dat al eerder gedaan. Belangrijk was het dat kon worden vastgesteld dat deze verkalkingen niet het gevolg zijn van slagadervervetting (atherosclerose) maar een andere oorzaak hebben.
Literatuuroverzicht.
Een andere belangrijke stap die Esther gezet heeft is het maken van een literatuuroverzicht.
Zij heeft alle wetenschappelijke literatuur die er over de ziekte van Fahr bekend is op een rijtje gezet. Er blijkt voor de ziekte van Fahr al heel veel fundamenteel onderzoek gedaan te zijn , vaak in het laboratorium of met kleine groepen mensen. Daardoor zijn er wel aanwijzingen hoe de ziekte ontstaat en zijn er ook wel suggesties voor wat we eraan zouden kunnen doen. Een zo n suggestie is het gebruiken van etidronaat als geneesmiddel om het verkalkingsproces tot staan te brengen. Dat geneesmiddel gaan wij gebruiken in de geneesmiddelen studie die we Calcifade genoemd hebben. Uit het literatuuroverzicht blijkt ook dat er nog grote gaten zijn, vooral in de klinische kennis. Bijvoorbeeld weten we niet hoe snel de vaatverkalkingen toenemen. Dat moet je weten om te kunnen onderzoeken of een bepaald geneesmiddel het verkalkingsproces kan stoppen of niet. Ook moeten we om dezelfde rede weten welke symptomen het belangrijkst zijn en welke het snelst verergeren.
Een cohort van patiënten met de ziekte van Fahr
De beste manier om een antwoord te krijgen op deze vragen is werken aan een cohort opbouw. We bedoelen hiermee dat we systematisch alle patiënten die komen in het expertisecentrum in oprichting op een gestandaardiseerde manier in kaart brengen, behandelen en vervolgen in de tijd. Dat levert een schat aan informatie op. Het duurt evenwel een aantal jaren voordat zo n cohort is opgebouwd .Een van de te onderzoeken zaken in zo n cohort zijn risicofactoren voor de calcificaties en de relatie met de ziekte symptomen. Zolang het Fahr cohort er niet is werken we met andere cohorten. Zo is in het TerGooi ziekenhuis een cohort opgebouwd van mensen die de kennis poli bezochte en die een CT scan kregen. Een ander cohort werd gevormd door patiënten die verdacht van een beroerte, een CT scan kregen. Op al deze scans heeft Esther vastgesteld of er kalk in de hippocampus of basale kernen is. Dit kan dan gerelateerd worden aan risicofactoren en klinische symptomen.
Risicofactoren
Risicofactoren voor een bepaalde ziekte of afwijking zijn bepaalde omstandigheden
die het beloop en de ernst van de ziekte kunnen beïnvloeden. Het is dus niet de oorzaak van de ziekte of afwijking. Esther heeft bekeken of bepaalde risicofactoren die bekend zijn in relatie met slagader vervetting ook spelen bij de verkalkingen bij de ziekte van Fahr en tevens heeft zij gekeken naar de symptomen.
Resultaten
Wat hebben deze cohortstudies opgeleverd? Esther concludeert het volgende
• Verkalkingen in de hersenen zitten meestal in bloedvaten bij ouderen
• De verkalkingen in de hippocampus en de basale kernen zitten allemaal in de middelste laag van het bloedvat en hebben weinig met slagader vervetting te maken
• Verkalkingen in de grote slagaders kunnen zowel in de binnenste als in de middelste laag van het bloedvat zitten.
• Er is geen verband tussen verkalkingen en denkvermogen aangetoond. Waarschijnlijk hadden we hiervoor toch niet het juiste cohort
Het onderzoek van Esther is een belangrijke eerste stap om mensen met de ziekte van Fahr te helpen in hun strijd tegen deze ziekte.